Minipupillen (onderdeel voetbalschool)
Wat houdt het in?
Kinderen van 5 jaar vallen normaal gesproken qua leeftijd buiten het reguliere sportaanbod van sportverenigingen. Met minipupillenvoetbal wordt de kinderen de kans gegeven om met leeftijdsgenootjes te sporten en te spelen. Voor deze groep jonge sporters is een speciaal minipupillenveld aangelegd. Voor de ouders is er gelegenheid om te genieten van de verrichtingen van hun jonge talentjes en met de andere ouders in contact te komen op het aangrenzende terras.
Voor wie is het?
Minipupillenvoetbal is bedoeld voor alle jongens en meisjes van 5 jaar oud. We proberen de drempel om mee te (kunnen) doen zo laag mogelijk te houden. Het is altijd mogelijk om een paar keer mee te doen om te kunnen beoordelen of een kind er echt zin in heeft.
Waarom is het?
Allereerst is het gewoon ontzettend leuk om hele jonge kinderen de mogelijkheid te kunnen bieden om te sporten met leeftijdsgenootjes. Leuk voor de kinderen en leuk voor de ouders. Daarnaast zijn wij van mening dat een sportvereniging een maatschappelijke taak heeft bij de (lichamelijke) opvoeding van kinderen. Bij jongere kinderen is de coördinatie nog niet erg sterk ontwikkeld. Door middel van sport en spel is dit sterk te verbeteren. Kinderen krijgen in toenemende mate te weinig beweging en daardoor neemt de kans op overgewicht en de gevolgen daarvan toe. Door samen te sporten ontwikkelen kinderen een sterker sociaal gevoel. Kortom, sporten is gezond, in vele opzichten, en dat geldt zeker voor kinderen! We hopen natuurlijk dat de kinderen zullen blijven sporten. Wanneer de kinderen voor voetbal kiezen, kunnen ze op latere leeftijd (vanaf 6 jaar) terecht bij Het Kampioenenbal of in één van de vele jeugdteams op veel verschillende niveaus.
Wanneer is het?
We starten ieder jaar in september (afhankelijk van de vakantieperiode). Met veel plezier wordt er elke zaterdagochtend van 10:00 tot 11:00 uur gesport.
Indien nodig worden er meerdere groepen gevormd die dan op andere tijdstippen beginnen. In de winterperiode wordt er, indien mogelijk, zoveel mogelijk gesport in een sportzaal.
Nieuwsgierig?
Voor meer informatie kun je contact opnemen met de ledenadministratie, door een e-mail te sturen naar; [email protected]
Minipupillenvoetbal
In het grote mensenvoetbal praten trainers, voetbalanalisten en commentatoren vaak in geheimtaal over het simpele spel van de 22 spelers, 1 veld, 2 doelen, een bal en een scheids. Binnen dit heersende voetbaljargon krijgen de spelers allerlei tactische opdrachten en aanwijzingen van hun coach, zoals:
-in de punt van de ruit spelen, we spelen nu niet in de ruit maar in een kommetje, het spel breed houden, over de hele geven, dooooordekken, je man houden, knijpen in de zestien, etc. Of met andere woorden, ...als de as maar goed staat dan kunnen de hangende spitsen over hun man gaan en de vleugelverdedigers doorschuiven, mits de centrale man rugdekking geeft en de 10 in de vrije rol voor aansluiting zorgt en het spel breed houdt... 'Das' logisch toch?
Bij de Mini's (4 tot 6 jaar) doen we niet aan tactiek. We gaan helemaal voor het klassieke 'kluitjesvoetbal' van vier tegen vier en dan maar proberen om de bal te bemachtigen en naar voren te werken via een schotpoging of een solo. Soms vergis je je in het vuur van de strijd en blijkt jouw hartstochtelijk ingezette dribbel in het eigen doel te eindigen. .Mooi doelpunt kerel, maar probeer het nu ook eens de andere kant op!.
Geen tactiek dus maar we blijven wel enthousiast stimuleren en onvoorwaardelijk positief over de inzet en goede wil. Maar...dan ben je pas vier en de jongste van het team. Je oudere maatjes kunnen al aardig tegen een bal trappen. Wat is die bal toch groot, hard en zwaar!
Je voetbalbroek zit zo ruim dat er nog twee paar billetjes in kunnen wonen en je krijgt het zo warm dat je je shirt maar uittrekt. Je wilt ook wel eens zelf de bal krijgen om er in je uppie een reis over drie velden mee te gaan maken. Pfff... het valt allemaal niet mee dat voetjebal!!!
Toch kleine man, blink je uit in iets waar slechts de grootste voetballers aan toekomen. Namelijk, de .zwervende rol. is je op het lijf geschreven. Je verkent het hele complex, hebt volop oog voor de bloemen in het gras, de vogels in de lucht en papa en mama en andere interessante dingen langs de lijn. Je laat je (zoals het een echte vedette betaamt) niet aansturen. Je maakt zelf wel uit wanneer je het veld in of af gaat en naar welke kant je wilt spelen.
Kortom, gelouterde profs als Rafaël van der Vaart, Mark van Bommel en Barry van Galen kunnen niet tippen aan de wijze waarop jij je zwervende rol vervult.
Topklasse dus!
(Aad Faasse, 2006, AFC'34)
